Tob 9

1En Tobias riep Rafaël, 2En zeide tot hem: Azarias, broeder, 3Neem met u een jongen, en twee kemels, en trek naar Ragis in Medië, tot Gabaël, en haal mij het geld, en breng hem mede tot de bruiloft, dewijl Raguël gezworen heeft, dat ik van hier niet gaan zal. 4En mijn vader telt de dagen. [9:5] En indien ik lang vertoef, zo zal hij zeer bedroefd worden. 5[9:6] En Rafaël reisde heen, en vernachtte bij Gabaël, en gaf hem het handschrift. [9:7] Deze nu bracht de zakjes tot hem, zo zij verzegeld waren, en gaf ze hem. 6[9:8] En des morgens vroeg gingen zij te zamen, en kwamen tot de bruiloft. En Tobias zegende zijn vrouw.
Copyright information for DutSVVA